Home » Persoonlijk » Een peuter, een fiets en een ongeluk (5)

Een peuter, een fiets en een ongeluk (5)

persoonlijke aandacht

Monster!1 viel zijn tanden uit zijn mond en het bloeden hield niet op. Nadat we besloten hadden de nacht af te wachten omdat hij in een koortsige, diepe slaap was verzonken, startte het weekend. Het laatste deel in deze reeks.

Een kleine overwinning, er ligt geen peuter in mijn bed die zaterdagochtend! Hij heeft de nacht compleet doorgehaald in zijn eigen bed. Wel weer bloed, wel weer douchen, maar het is veel minder dan daarvoor. En nog beter: hij heeft geen koorts meer. Waarschijnlijk dus toch van de vaccinatie. Phew!

Al vroeg vertrekken pa en Monster!2 naar Groningen voor een nachtje logeren bij opa en oma. Eigenlijk zou onze oudste dus ook meegegaan zijn, maar ik vond niet dat ik hem dat kon aan doen. Mijn schuldgevoelens vonden dat ook. En joh, een peuter in plaats van twee, dat is toch een makkie?

Persoonlijke aandacht is killing!

Nou… nee. Al die gerichte persoonlijke aandacht eist zijn tol. En hij heeft nog wel een beetje pijn af en toe. En wat doet ie dan? Zeuren. Piepen. Klagen. Alleen spelen? Nee man, dat kan écht niet. Dus zit ik, na 26.000 keer vragen of “mama” mee wil bouwen aan de treinbaan, gezwicht op mijn knieën, die-hard een houten treinbaan te leggen. Dacht ik dat ik ervan af was? Mooi niet. Daarna moet ik meespelen. Want hoe erg de haat-liefde verhouding tussen de broers ook is, als het onderdeurtje weg is, verveelt Monster!1 zich mateloos.

Gelukkig kunnen we de middag terecht bij de buren en de buurjongens waar hij zich prima vermaakt, en waar ik dus ook weer even bij kan komen.

Ohja, we deden tussendoor ook nog boodschappen. Daar begon het tóch weer even te bloeden. Terwijl ik het onder lichte dwang weg poets (want zijn mond is voor mij nog steeds een no-go area), vraagt een oudere dame wat er is gebeurd. Ik geef haar de korte uitleg: Gevallen, tanden los, tanden getrokken, bloed. “Och arme,” zegt ze, “Het is altijd zo vervelend wanneer die kleintjes niet lekker zijn, he? Mijn kleinzoon had vorige week de griep. Ook zo zielig.” Stomverbaasd keek ik haar aan en toen ze zich omdraaide en ons “fijne dag!” wenste, wilde ik haar op haar neus stompen. Met d’r buikgriep.

Zondag: Lang leve de kinderboerderij

De zondag dan! De eerste dag ’s ochtends bloedvrij, hoezee! Nog meer vooruitgang; hij kan weer giechelen en lachen. En zich nog meer vervelen voor Monster!1. Op zich een goed teken natuurlijk, want dat betekent dat ie weer een beetje in zijn normale doen komt. Maar als je het hebt over bloed onder de nagels (no pun intended) vandaan trekken… Ik heb behoorlijk wat geduld, maar ik stond te juichen van opluchting toen het middaguur sloeg en ik hem kon uitlaten bij de kinderboerderij.

Eenmaal daar troffen we een speelgenootje van de kinderopvang, dus hij vermaakte zich opperbest. En ik sjokte er op mijn dooie akkertje achteraan. Niks mis mee. Mooi weer, happy kind, fijne omgeving, helemaal mooi. Blije moeders.

Thuis slaat wederom de verveling toe (serieus, ik heb hem te erg verwend met treinbanen bouwen. Of komt het echt omdat ie zijn broertje zo mist?). Gelukkig duurt het niet lang of de cavalerie arriveert in de vorm van broertje, vaders en oma. Ondanks dat het vrijwel meteen weer herrie is tussen onze engeltjes, merk ik aan onze oudste dat hij ’t ergens toch wel weer leuk vindt om samen te spelen. Hij staat zelfs een trein af (en ik kan je vertellen, dat is héél genereus van ‘em).

Een week later: en nu?

Hij is al helemaal gewend aan zijn tandenloze bekkie. En binnen een week heeft hij zich aangewend om aan de zijkant stukjes af te bijten. Een slimmerd is het. Het geneest goed, geen bloed meer gezien, en ook wij beginnen aan het aanzicht te wennen.

Het duurde even voordat de kinderopvang contact met ons opnam. Dat viel ons behoorlijk van ze tegen, maar inmiddels is een en ander uitgepraat en rechtgezet. Er zijn zelfs beelden van het ongeluk en die kunnen we eventueel terug zien, maar ik heb daar persoonlijk niet zo de behoefte aan. Ik ben vooral blij dat Monster!1 weer blij is en dat we het hebben doorstaan. En opgelucht dat ik blijkbaar de juiste beslissing heb genomen om de tanden eruit te laten halen (al ben ik nog steeds not amused over de manier waarop dat gebeurde).

En weet je, ik dacht dat ik het nooit over mijn lippen zou krijgen, maar…. Gelukkig waren het de melktanden.

Eerder in deze serie: 
Een peuter, een fiets en een ongeluk (1)
Een peuter, een fiets en een ongeluk (2)
Een peuter, een fiets en een ongeluk (3)
Een peuter, een fiets en een ongeluk (4)

 

 

Volg:
Delen:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.